In 2022 konden zuivelondernemingen voor de eerste keer kiezen om de weidegangindicator in te zetten in het kader van de regeling van Stichting Weidegang. Hierbij een terugblik op de ervaringen van dit jaar.

Hoe komt de weidegangindicator ook alweer tot stand en hoe wordt deze ingezet?
Van ieder leverantiemonster wordt de aannemelijkheid van weidegang bepaald. Hiervoor wordt gekeken naar specifieke delen van het infraroodspectrum dat tevoorschijn komt bij elke analyse van een tankmelkmonster. Als de indicator aangeeft dat weidegang minder aannemelijk is kan het melkveebedrijf worden aangewezen voor een onaangekondigde inspectie.

Hoe is de weidegangindicator ingezet in 2022?
Dit jaar is voor 85% van de weidegangbedrijven de weidegangindicator ingezet voor de borging van weidegang. Bij gebruik van de weidegangindicator moet per zuivelonderneming 15% van de deelnemers risicogericht bezocht worden en 5% random ‘niet risicogericht’. (Als een zuivelonderneming geen gebruikt maakt van de weidegangindicator moet 10% risicogericht bezocht worden en 30% random ‘niet risicogericht’)

Hoe is seizoen 2022 verlopen?
In mei 2022 is begonnen met het aanwijzen van risicobedrijven op basis van de aannemelijkheid van de ‘startdatum weidegang’. In juni is gestart met het aanwijzen van risicobedrijven op basis van het ‘seizoenspatroon’. Begin juli is gestart met het aanwijzen van bedrijven op basis ‘ranking’. Hierbij  worden de bedrijven met de laagste aannemelijkheid geselecteerd voor het inplannen van een fysiek bezoek (mits ze nog niet eerder bezocht zijn).

In de loop van het weideseizoen zijn de weidegangindicatorgegevens ook beschikbaar gemaakt voor de zuivelondernemingen. Zo kunnen bijvoorbeeld de gebruikers van Z-net de grafiek per veehouder  inzien.

Wat is er te zeggen over de uitkomsten van de risicobeoordelingen?
Aan het eind van het seizoen is de balans opgemaakt, het blijkt dat met inzet van de weidegangindicator de risicobedrijven effectief aangewezen worden. Bij de risicogerichte aanwijzingen was bij 1 op de 3 bedrijven de uitkomst van de eerste controle niet akkoord. Bij de groep ‘niet risicogericht’ was dit slechts bij 1 op de 20 bedrijven het geval.

Samenvattend kan gesteld worden dat de weidegangindicator uitstekend ingezet kan worden voor een risicogerichte aanwijzing op basis van objectieve meetgegevens uit tankmelkonderzoek.